De boeren liggen dit jaar zwaar onder vuur in de publieke opinie. Volgens varkenshouder Wim van Vulpen is het niet terecht om voor alle milieuproblematiek naar de agrarische sector te wijzen. Wim: “In onze sector wordt alle milieubelasting gemeten. De afgelopen decennia zijn al enorme stappen gemaakt. In de varkenshouderij is de antibiotica en gewasbeschermingsmiddelen bijvoorbeeld al sterk gereduceerd. En ik ben niet de enige die heeft geïnvesteerd in een dak vol zonnepanelen.”
Als hier iemand stopt en vraagt wat ik doe, kan ik zeggen dat ik aan de basis sta van een gehaktbal of karbonade.
Wim is geboren en getogen in de varkenshouderij. Vanaf hun bedrijf in Houten heeft hij met zijn vader 25 jaar varkens geëxporteerd naar Duitsland. In 1994 is zijn bedrijf verhuist naar de Achterdijk in Kromme Rijn streek, tussen Houten en Bunnik. Bij de introductie van het Beter Leven-keurmerksysteem van de Dierenbescherming, met een indeling in 1, 2 of 3 sterren, besloot Wim daarin te stappen. Zijn varkens hebben nu bijvoorbeeld meer ruimte, meer afleidingsmateriaal en betere mogelijkheden om natuurlijk gedrag te vertonen, zoals wroeten. Om de transportduur te beperken heeft hij een Nederlandse mester gezocht. Zijn biggen gaan nu daarheen, worden in Nederland geslacht en opgegeten.
“Dat keurmerk was een grote verandering voor mij, en bracht ook veel nieuwe regelgeving met zich mee. Uiteindelijk is het wel zo dat de consument bepaalt of het rendement oplevert. Maar het levert in elk geval arbeidsvreugde op”, vertelt Wim. “Als hier iemand stopt en vraagt wat ik doe, kan ik zeggen dat ik aan de basis sta van een gehaktbal of karbonade. Dat ‘legaliseert’ ons werk. Misschien een beetje zwaar uitgedrukt, maar we liggen als veehouders zó op een weegschaal en moeten alles kunnen laten zien en transparant zijn.
Volgens Wim is het in de veehouderij al best goed gelukt om het energieverbruik, en daarmee ook de CO2-uitstoot, te reduceren. Zijn verbruik ligt rond de 180.000 kWh. Toen Wim werd benaderd voor het lokale project Zonnig Kromme Rijn, een agrarisch collectief om samen met burgers duurzame zonne-energie op te gaan wekken, had hij meteen interesse. “Het idee was om met collectieve korting, de SDE-subsidie van de overheid en investeringen van buurtgenoten zonnepanelen op de daken van (agrarisch) ondernemers te leggen en zo zelf groene stroom op te wekken voor hun bedrijfsactiviteiten. Maar ik wilde meer dan alleen voorzien in mijn eigen energiebehoefte. Buiten het project om ben ik nog verder gaan rekenen met de adviseur van Joulz.
Uit de businesscase bleek dat op het dak van onze zeugenstal een zonnepaneleninstallatie mogelijk was die tot wel 500.000 kWh kon opwekken. Dat bespaart ons zo’n 1.500 euro per maand. Daarnaast krijg ik dan ook nog geld voor de duurzame energie die we aan het net kunnen terug leveren. "Dat leek mij, ook gezien de al toegekende SDE-subsidie, een investering waar geen financiële risico’s aan vast zaten. Als zoiets op je pad komt en je kunt zo duurzamer ondernemen, dan vind ik het belangrijk dat te doen.”