Het Nederlandse kabinet zet een belangrijke stap in de vergroening van brandstoffen, met een focus op CO₂-emissiereductie. Momenteel worden brandstofleveranciers beoordeeld op basis van duurzame energie-inhoud, maar dit zal binnenkort veranderen. In plaats van hernieuwbare brandstofeenheden (HBE's) zullen zij nu emissiereductie-eenheden (ERE's) verhandelen. De wetswijziging volgt op de aangekondigde nieuwe Richtlijn hernieuwbare energie (RED-III) van de Europese Comissie.
Op dit moment dienen bedrijven die aanzienlijke energie leveren aan diverse transportmiddelen - zoals elektriciteit via laadpalen of bio-LNG voor wegvervoer - een deel van hun energie duurzaam opwekken. De Nederlandse Emissieautoriteit (NEA) monitort dit aan de hand van hernieuwbare brandstofeenheden (HBE's). Deze HBE's worden verdiend door 1 GJ aan hernieuwbare energie te leveren aan transport, zoals biobrandstoffen, hernieuwbare elektriciteit en waterstof.
Nu verandert de afrekening van energie naar de besparing van broeikasgassen, waarbij emissiereductie-eenheden (ERE's) een kilogram gereduceerde CO₂-uitstoot vertegenwoordigen in de gehele keten tot aan de eindgebruiker. Er wordt onderscheid gemaakt in drie soorten ERE"s, namelijk landemissiereductie-eenheden, binnenwateremissiereductie-eenheden, zee-emissiereductie-eenheden en lucht-emissiereductie-eenheden.
De wet biedt ook flexibiliteit om eenheden te delen, om te voldoen aan jaarlijkse verplichtingen, met exacte percentages die op een later moment worden vastgesteld. De kern van de Wet milieubeheer blijft ongewijzigd, maar deze verschuiving markeert een belangrijke stap naar meer duurzame energielevering in de transportsector.
Naar verwachting zal het hervormde systeem Energie Vervoer zal op 1 januari 2026 in werking treden.
(laatste update 24-4-2024)